Dinsdag 23 februari, Nederland krijgt te horen dat VO en MBO scholen weer fysiek onderwijs moeten aanbieden voor alle leerlingen. De dag erna is iedereen in onderwijsland in spanning, hoe gaat onze school het fysieke onderwijs organiseren? Met hele klassen naar school? Of toch de klas opdelen in twee groepen? Als de organisatorische puzzel gelegd is, komen vragen naar voren over de inhoud van het onderwijsproces. Waar gaan we aandacht aan besteden? Wat vinden wij als school, als team, of ik als docent belangrijk? Hoe ga ik mijn lessen vorm geven?
In dit blog neem ik jullie mee in mijn gedachtestromen van de afgelopen dagen. Je leest hoe ik mijn eerste coachles heb vormgegeven en hoe wij bij ons op school het fysiek onderwijs hebben vormgegeven.
Het Blariacumcollege heeft ervoor gekozen om alle leerlingen minimaal één dag per week naar school te laten komen. Concreet betekent dit dat iedere afdeling binnen onze school één dag in de week de hele school tot haar beschikking heeft. Omdat ik werk binnen drie afdelingen, mag ik al mijn werkdagen fysiek naar school. Dit betekent dat ik per dag gemiddeld één tot twee fysieke lessen geef en de rest van de lessen online verzorg. Een hele uitdaging. Je bent afhankelijk van de ICT-mogelijkheden en een rustige ruimte om je online lessen te kunnen geven. Dit heeft me de eerste paar dagen flink wat kopzorgen bezorgd. Vanuit thuis onlinelessen verzorgen is voor mij ideaal. Ik heb een tweede beeldscherm en kan zo mijn lessen gemakkelijk vormgeven. Op één beeldscherm al mijn leerlingen in beeld en op het andere beeldscherm mijn lesmateriaal. Op school heb ik niet de beschikking over een tweede scherm en zijn de technische mogelijkheden beperkt. Na de eerste dag op school heb ik toch gemerkt dat ik het fijn vond om de afgelopen twee dagen weer op school te zijn. Je ziet de leerlingen en je collega’s weer fysiek, een hele andere dynamiek. Ook merk je hoe fijn de leerlingen het vinden dat ze weer naar school kunnen gaan, dit doet je als docent goed!
Op dinsdag heb ik mijn eigen coachklas weer voor het eerst gezien. Leuk om alle gezichten weer te zien! Ook de leerlingen waren erg enthousiast. Ze gaven direct aan het fijn te vinden om elkaar weer te kunnen zien. Doordat de leerlingen elkaar meer dan tien weken niet hebben gezien kun je wel spreken van een hele andere dynamiek binnen de klas, er heerst veel onrust en de leerlingen hebben veel met elkaar te delen. Logisch ook, hier heb ik in mijn eerste coachles dan ook alle ruimte voor gegeven. We zijn als klas het gesprek aangegaan over de lockdown. Wat hebben de leerlingen allemaal meegemaakt? Wat leeft er bij de leerlingen? Wat willen ze delen?
Om ieders stem te laten horen heb ik in de eerste coachles gewerkt met twee werkvormen. Allereerst heb ik een presentatie gebruikt met stellingen die ik op internet heb gevonden (facebookgroep Mentor in het VO, biedt vele interessante werkvormen!). Deze heb ik aangepast naar het niveau en de belevingswereld van mijn leerlingen. Door te gaan staan, of te blijven zitten gaven leerlingen aan of de stelling op hen van toepassing was. Na iedere stelling krioelde het van de gesprekken tussen leerlingen. Iedereen wilt zijn of haar ervaringen delen. Bij een aantal stellingen ben ik ook het gesprek aangegaan met de klas. Bijvoorbeeld bij de stelling: ‘ik heb een nieuwe hobby gevonden tijdens de lockdown’. Veel leerlingen in mijn klas hebben een nieuwe hobby gevonden. Tof om te zien dat ze hier met veel enthousiasme over vertellen. Andere voorbeeldstellingen die uitnodigde tot een gesprek zijn:
- ‘ik ken iemand die corona heeft gehad’
- ‘ik heb mijn verjaardag gevierd in de lockdown’
- ‘ik heb school gemist’
Na het behandelen van de stellingen ben ik met mijn klas aan de slag gegaan met het filteren van de gedachtestromen. Wat is de leerlingen nu echt bij gebleven van de afgelopen weken? Iedereen heeft vijf post-its geschreven. Op deze post-its hebben de leerlingen onderwerpen beschreven die ze in positieve of negatieve zin is bijgebleven. Of zoals ik het zei: ‘waar heb je een hekel aan en waar ben je trots op?’ De leerlingen hebben vervolgens een voor een hun post-its op het bord geplakt op de klaag- en jubelmuur. We hebben een aantal onderwerpen op de klaag en jubelmuur klassikaal besproken. Het was mooi om te zien dat de jubelmuur meer gevuld was met post-its dan de klaagmuur.
Door de inzet van deze twee werkvormen heb ik de leerlingen ruimte gegeven om hun gedachtes te delen. De eerste stap naar school, is ook een eerste stap uit de bubbel van familie, thuis en contact met vrienden. Ze kunnen nu met andere hun eigen belevingen delen. In mijn optiek vormt dit de basis. Laat tijdens de eerste lessen zien dat je er bent voor de leerlingen! Door het openstellen van de scholen gaan we de leerachterstand niet inhalen. En in hoeverre kunnen we überhaupt spreken van een achterstand? Ik denk daarentegen dat de meeste leerlingen in de afgelopen tijd juist veel geleerd hebben. Ze weten beter van zichzelf wie ze zijn, wat ze wel en niet kunnen en hebben een groot beroep gedaan op hun eigen creativiteit en zelfredzaamheid. Dit mag ook eens gezegd worden tegen de leerlingen, een groot compliment! Laat de tijd die leerlingen nu op school zijn met name een tijd van sociale ontmoetingen zijn. Heb een luisterend oor voor je leerlingen en biedt waar mogelijk een helpende hand!
Wil je meer weten over de werkvormen die ik toepas tijdens mijn fysieke en online coachlessen? Check dan mijn downloadcenter.
Geef een reactie